Feit of mening?

Gepubliceerd op 1 mei 2025 om 17:07

Tijdens één van mijn ziekteperiodes komen een welgestelde oom en tante op bezoek. Ik waardeer dat ze komen en weet dat ze wellicht met een prachtig boeket bloemen op de stoep zullen staan.  Ik vraag Karel daarom wat lekkers bij de koffie te halen. ‘Niet bij de supermarkt, maar bij de bakker hoor’. Ik leg hem uit dat ik ze niet kan trakteren op een stroopwafel en dat daarom een taartje bij de bakker beter op z’n plaats is.

Even later wordt er met een plof een taartdoos op het aanrecht gezet. Vol verwachting til ik het deksel op. Dan fronsen m’n wenkbrauwen zich en ik voel wrevel opkomen als ik een halve chocoladevlaai in de doos zie zitten. Niets mis mee, zou je zeggen. Ik ben echter één van de weinige vrouwen die geen chocolade lust. Dat is al heel lang zo en dat weet Karel. Als ik dat tegen hem zeg, is zijn reactie: ‘Wat zeur je nou, chocola is heerlijk! Nu ga ik speciaal naar de bakker en dan is het nog niet goed’. Al mijn geduld bij elkaar schrapend leg ik het uit: ‘Straks komen oom Frits en tante Ella en ik zet ze die taart voor. Ik neem zelf geen stukje en dat zal hen opvallen. Wat moet ik dan zeggen? Ik heb net gegeten dus ik sla over of ben ik eerlijk en zeg dat ik het niet lust? Dat laatste is toch gek? Wie koopt en nu een taart die hij zelf niet lekker vindt?’ Helaas valt het kwartje bij Karel niet en boos loopt hij naar buiten. Die oom en tante vonden  de taart overigens heerlijk en ik heb me er met een leugentje om bestwil vanaf gemaakt en gezegd dat ik nog wat misselijk was van de chemo.

Op zich is met het bovenstaande nog wel te leven en soms kan ik de lol er wel van inzien. Helaas gaat het met heel veel dingen zo. Wat voor de meeste mensen een mening is, is voor Karel een feit. En dan wel te verstaan zijn feit. Zo is het en zo moeten anderen dat ook maar vinden. Hij verbaast zich er keer op keer over dat mensen anders denken over zaken die zo duidelijk zijn voor hem. Het stoort hem, irriteert hem ook vaak. De wereld is zo klaar als zijn klontje. Mensen die Karel kennen, weten er doorgaans wel mee om te gaan. Bij hen die verder bij ons vandaan staan, krom ik vaak mijn tenen en telkens leg ik hem uit dat anderen hun eigen mening mogen hebben en dat die van hem ook beslist geen feit is. Tevergeefs. Karel staat niet open voor de mening van anderen, laat staan dat hij die meeneemt is zijn gedachtegang.  Alles is zoals Karel het ziet en dat is zeer vermoeiend. Ik weeg dan ook zorgvuldig af waar ik de strijd over aanga. Soms is het sop de kool niet waard. Maar bij belangrijke zaken laat ik niet over me heen lopen en sta m’n mannetje.

Allebei hebben we een auto en Karel is erg merkvast. Hij geeft regelmatig commentaar op auto’s van een bepaald merk, die altijd met pech langs de snelweg staan, wachtend op de ANWB. Aan het ene merk mankeert het één, aan het andere weer wat anders. Vrienden van ons kochten een spiksplinternieuwe  auto en vertelden vol trots aan Karel wat er allemaal niet op zat: cruise control, een boardcomputer, stoelverwarming, automatische ramen en noem maar op. Karel ging er helemaal in op, totdat het merk bekend werd gemaakt. Dat gezicht van Karel… De afkeuring die zowel verbaal werd gegeven als af te lezen was op zijn gezicht. Gelukkig kon het de vriendschap doorstaan, maar ik kneep hem wel even.

Als ik toe ben aan een andere auto is mijn keuze dan ook zeer beperkt. Karel maakt een voorselectie uit een beperkt aantal merken en schotelt me die voor, waarbij hij alle goede kwaliteiten opsomt en vergelijkt met merken die ‘onbetrouwbaar’ zijn. Hoewel ik over het algemeen een assertieve, zelfstandige vrouw ben, ben ik hierin best meegaand, tot verbazing van mijn omgeving. En dat klopt, want het interesseert me totaal niet in welke auto ik rijd. Als hij maar gekeurd en veilig is, vind ik het prima. Omdat we altijd tweedehands auto’s kopen, is ook de kleurkeuze beperkt. De kleur boeit me echter wel. Ooit heb ik tegen mijn zin een keer een grijze auto gekocht. Half Nederland rijdt in een auto met zo’n kleur en ik heb weleens verbaasd uitgeroepen:’ Wie rijdt er nu in een grijze auto?’. Wetende dat ook dit geen feit, maar slechts mijn mening is. Dan lach ik maar om mezelf en denk aan de pot die de ketel verwijt…

 

 

Marloes is 63 jaar en getrouwd met Karel*. Samen hebben ze vijf volwassen kinderen die de deur uit zijn. Ruim elf jaar geleden kreeg Karel de diagnose autisme.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.